In het seizoen 1989-’90 startte de KNVB een tweejarig experiment met periodekampioenschappen in de lagere klassen. In de hoogste klassen waren er al eerder periodekampioenschappen ingevoerd voor plaatsing voor de KNVB beker (betaald voetbal), in de Hoofdklasse Zondag sinds 1977-’78 en in de Tweede Klasse Zaterdag sinds 1980-’81.
Het seizoen was (voor competities van twaalf elftallen) opgedeeld in drie periodes van respectielijk acht, zeven en zeven wedstrijden. Bij gelijk aantal punten was het doelsaldo beslissend. De periodekampioenen van een competitie speelden in een halve competitie om het klasseperiodekampioenschap. In tegenstelling tot andere klassen deden aan de nacompetitie Tweede Klasse Zaterdag ook herkansers mee, de drie nummers 12 uit de Eerste Klasse Zaterdag. De beslissingswedstrijden werden via loting bepaald. In dit eerste seizoen werd een periodekampioen niet vervangen als deze nogmaals periodekampioen werd, als deze als kampioen automatisch promoveerde of als deze degradeerde. Alleen als de kampioen alle periodekampioenschappen won zou de nummer twee van de competitie als klasseperiodekampioen worden aangemerkt.