Bij aanvang van het seizoen 1889-’90 was er nog geen voetbalbond in Nederland. Net als voorgaande seizoenen werden wedstrijden dan ook onderling door de clubs geregeld door elkaar uit te dagen. De eerste daad van het bestuur van de NV&AB (de huidige KNVB) na de oprichting in december 1889 was, naast het uitschrijven van een cross-country (veldloop) wedstrijd, het indelen van de verenigingen in Eerste Klasse en Tweede Klasse clubs. RAP, VVA, Excelsior (Haarlem), HFC, HVV en Concordia (Rotterdam) werden in de Eerste Klasse ingedeeld, Olympia (Rotterdam), Amsterdamsche Sportclub, DSVV (Delft), VV Rotterdam en Go Ahead (Wageningen) in de Tweede Klasse.
Tweede Klasse verenigingen konden Eerste Klasser worden door twee keer tegen een Eerste Klasse vereniging gelijk te spelen of te winnen. De gespeelde wedstrijden telden meteen mee voor de stand. Olympia speelde op 17 november gelijk tegen HVV en toen ze op 23 maart 1890 van RAP wonnen promoveerden ze dus per direct naar de Eerste Klasse.
Eind november werd Concordia opgeheven. Niet wegens gebrek aan spelers of financiële middelen, want beide hadden ze genoeg, maar waarschijnlijk aan onderlinge onenigheid. De club werd even later alweer opnieuw opgericht. Aanvankelijk werden de resultaten van het oude en het nieuwe Concordia bij elkaar geteld, maar na protest van Olympia besloot het bestuur van de voetbalbond om beide apart in de eindstand op te nemen.
In eerste instantie voerde HVV (de nieuwe naam van de ’s Gravenhaagsche Football Club) de ranglijst aan, maar rond de jaarwisseling werd de koppositie door RAP overgenomen. Op de allerlaatste speeldag werd de eerste plaats in een onderling duel verspeeld aan het Haarlemse HFC, dat daarmee de eerste officieuze kampioen van de Nederlandse voetbalbond werd.
|
Ranglijst van de Eerste Klasse verenigingen in 1889-’90 zoals gepubliceerd in het weekblad Nederlandsche Sport |