De KNVB besloot op 9 september 1939 een Noodcompetitie in te stellen ter vervanging van de reguliere competitie. In de Noodcompetitie werden de ploegen meer naar geografische ligging dan naar sterkte ingedeeld, was er geen promotie en degradatie mogelijk, en konden er geen protesten op beslissingen van scheidsrechters worden ingediend. De competitie begon op 24 september 1939, een week later dan dat de reguliere competitie had moeten beginnen.
De Eerste Klassers werden bij elkaar ingedeeld, met dien verstande dat de twee westelijke Eerste Klassen, die normaal gemengd waren, nu geografisch werden ingedeeld. In Afdeling A van Afdeling I werden de verenigingen uit de provincies Noord-Holland en Utrecht bij elkaar ingedeeld, met één vereniging uit Den Haag. De drie Haagse verenigingen konden hun voorkeur aangeven voor Afdeling I of II, maar omdat ze alle drie geen voorkeur hadden kwam na loting ADO in Afdeling I terecht.
De Tweede Klassers werden bij Derde Klassers ingedeeld, hetgeen zodanige protesten opleverde dat de oorspronkelijke indeling werd aangepast. Tevens werden er in de indeling nu ook een aantal Reserveklassers ingedeeld. Het overgrote deel van de Reserveklassers speelden in een aparte Noodcompetitie.
De competitie was enkele wedstrijden van het einde toen op 10 mei 1940 het Duitse leger in Nederland binnenviel. De competitie kwam enkele weken stil te liggen, maar werd eind mei alweer hervat. De Eerste Klassers speelden hun resterende wedstrijden nog, het Amsterdamse Blauw-Wit werd kampioen. In de overige afdelingen werden alleen nog de wedstrijden gespeeld die van belang waren voor het kampioenschap.
Het elftal van Blauw-Wit dat op 9 juni in Utrecht tegen DOS kampioen Afdeling A werd |