Bij de viering van het 40-jarig bestaan van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in eind 1994 werd het plan opgevat om de Koninkrijksspelen in ere te herstellen. De eerste editie van de nieuwe serie werd in Oranjestad op Aruba gehouden, met naast voetbal de volgende sporten: atletiek, honkbal en softbal, judo, taekwondo en tennis. Aruba was in 1986 met de Status Aparte een apart land binnen het koninkrijk geworden en nam voor het eerst als aparte ploeg deel.
Het voetbaltoernooi werd ontsierd door het weigeren van de Arubaanse ploeg om in de laatste groepswedstrijd tegen de Nederlandse Antillen te spelen. Tijdens de warming-up bleek aan Antilliaanse zijde David de Abreu opgesteld te staan. Deze vierde een dag eerder het benutten van een strafschop tegen Nederland in blessuretijd met een rondje rond het halve veld en het uittrekken van zijn shirt. Voor beide zaken gaf de scheidsrechter een gele kaart, en dus rood en een schorsing voor de eerstvolgende wedstrijd. De Jury d’Appèl zette de omstreden rode kaart echter om in een gele kaart, waardoor David de Abreu alsnog speelgerechtigd was tegen Aruba. De Arubanen waren het met die beslissing niet eens en weigerden het veld op te komen. De wedstrijd werd daarop reglementair met 3 – 0 door de Antillen gewonnen.
Nederland en de Nederlandse Antillen eindigden als eerste en tweede in de groep en speelden daarom in de finale, die met 2 – 1 door Nederland werd gewonnen.
Spelers van het Nederlands jeugdelftal bedanken na het winnen van de finale het publiek |