Bij de instelling van de noodcompetities was het aanvankelijk niet de bedoeling dat er aan het einde van het seizoen kampioenscompetities zouden worden gespeeld. In oktober 1939 besloot het bestuur van de KNVB om, als de omstandigheden het zouden toelaten, toch kampioenscompetities uit te schrijven. Begin december maakte de KNVB bekend dat de kampioenen van de Afdelingen A (de Eerste Klassers dus) van de vijf districtsafdelingen om het Kampioenschap van Nederland zouden spelen. Tevens werd per districtsafdeling de indeling bekend gemaakt voor de kampioenscompetities voor de overige afdelingkampioenen (de lagere Klassers), met uitzondering van de indelingen voor Afdelingen I (West I) en II (West II), die later bekend zouden worden gemaakt.
Omdat de voetbalvelden door het aanhoudende slechte winterweer lange tijd niet bespeelbaar waren geweest kon pas 5 mei 1940 met de kampioenswedstrijden een aanvang worden gemaakt, en dan nog alleen in Afdeling IV (Noord). De tweede speeldag zou op paasmaandag 13 mei worden gespeeld, maar door de inval van het Duitse leger op 10 mei werden die wedstrijden niet meer gespeeld.